Nu de COVID maatregelen bijna allemaal zijn verdwenen komt de vraag ook steeds vaker op of je als werkgever je werknemers thuis kan of moet laten werken of toch naar kantoor moet laten komen. De juridische vraag die wordt gesteld is dan eigenlijk of het thuiswerken een verworven recht is geworden en je dit als werkgever zonder meer moet toestaan.
Kort en bondig is het antwoord op die vraag nee, het is geen verworven recht. De werkgever heeft immers met het mogelijk maken van het thuiswerken de richtlijnen van het RIVM opgevolgd omdat door deze richtlijn het instructierecht van de werkgever ingeperkt is, zo blijkt uit de rechtspraak (Rechtbank Gelderland 16 juni 2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:2954).
Wat wil dit nou eigenlijk zeggen?
Om hier een goed antwoord op te geven moeten we eerst kijken naar de verhouding tussen de werkgever en de werknemer. De werkgever heeft namelijk een instructierecht en mag aangeven waar een werknemer zijn of haar werkzaamheden moet verrichten, mits dit een redelijk verzoek is. Voor Corona was het gebruikelijk dat het werk van de werknemer voornamelijk op kantoor werd uitgevoerd. Voor beroepen zoals het onderwijs en in de zorg of de bouw lijkt dat niet meer dan logisch, maar ook in andere sectoren was de norm dat de werkzaamheden op de locatie van werkgever werden uitgevoerd.
Wel was het voor Corona ook al mogelijk om op grond van de Wet flexibel werken (Wfw) een aanvraag te doen bij je werkgever om thuis te werken of op een andere locatie. Deze aanvraag moet wel voldoen aan een aantal voorwaarden. Als wordt voldaan aan de voorwaarden (denk aan de duur van het dienstverband en voldoende werknemers in dienst), maar moet de werkgever de aanvraag in overweging nemen, maar mag dit nog altijd worden geweigerd. De werkgever moet de afwijzing wel goed onderbouwen.
Door Corona is bij veel bedrijven gebleken dat thuiswerken weldegelijk mogelijk was en maakt dat de vraag ook weer relevant wat een goede onderbouwing voor een werkgever zou zijn voor de afwijzing van een verzoek van de werknemer om thuis te werken. De redenen zoals het is noodzakelijk voor het werk of de productiviteit, of het is noodzakelijk dat je contact met collega’s hebt zijn in ieder geval achterhaalt en zullen, in veel gevallen, niet meer voldoende grond zijn voor een afwijzing van het verzoek van de werknemer.
Vooralsnog is het niet duidelijk hoe de rechtspraak zich hieromtrent zal gaan ontwikkelen en wat wel als een goede reden voor afwijzing wordt gezien en wat niet. Verwacht wordt wel dat een volledige afwijzing van een verzoek van de werknemer om thuis te werken lastig zal zijn nu de afgelopen twee jaar is gebleken dat er in heel veel branches mogelijkheden zijn om thuis te werken.
Wil je meer concreet weten hoe het in jou situatie zit, neem dan contact op met Boks Juristen (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.).